De RIKZ.Z, de Raad voor Inspectie & Kwaliteitszorg niet-confessionele Zedenleer, is verantwoordelijk voor het beheer van de cursus Niet-Confessionele Zedenleer (NCZ), één van de levensbeschouwelijke keuzevakken in de officiële scholen van het lager en secundair onderwijs. De RIKZ.Z behartigt en vrijwaart het belang van de cursus en dat van de betrokken leerlingen en studenten.
Ten aanzien van de leerkrachten NCZ en de inspecteurs-adviseurs NCZ heeft de RIKZ.Z een leidende, begeleidende en controlerende bevoegdheid. De RIKZ.Z behoort tot de Unie Vrijzinnige Verenigingen (UVV), ook bekend onder de roepnaam ‘deMens.nu’.
Raadpleeg de statuten van RIKZ.Z VZW.
Niet-confessionele zedenleer
In alle officiële scholen van het lager en secundair onderwijs, dit zijn de scholen in het gemeenschapsonderwijs en het gemeentelijk en provinciaal onderwijs, bestaat de mogelijkheid tot het volgen van de cursus niet-confessionele zedenleer. Niet-confessionele zedenleer is een relatief jong vak. In het algemeen secundair onderwijs werd het ingevoerd na 1924, in het basisonderwijs en in het technisch onderwijs moet worden gewacht tot in 1959 (schoolpaktwetgeving, 29 mei 1959). Als gevolg van de ideologische tegenstellingen in ons land werd er – ten behoeve van de ‘schoolvrede’ – voor gezorgd dat ouders voor hun kinderen in het officiële onderwijs, naast het onderricht in de verschillende godsdiensten inclusief de daarbij aansluitende morele opvoeding, kunnen kiezen voor een niet-confessionele tegenhanger: het vak niet-confessionele zedenleer.
Meer info over het vak niet-confessionele zedenleer vind je op www.nczedenleer.be.
Doelstellingen RIKZ.Z
De RIKZ.Z heeft tot doel het uitvoeren van de opdrachten, die haar worden toegekend door het ‘decreet betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken’ van 1 december 1993 en het ‘besluit van de Vlaamse Executieve tot uitvoering van het decreet betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken’ of krachtens de diverse onderwijsdecreten.
Enkele relevante bepalingen van het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken. Taken voorzien door het decreet:
Art. 6 § 1 ‘de werking van de inspectie en de begeleiding van de niet-confessionele zedenleer’.
Onder werking wordt verstaan:
- Het voorstellen van de ambtsgebieden van de leden van de inspectie en begeleiding van de niet-confessionele zedenleer’;
- Het bepalen van het onderwijsniveau, de onderwijsvorm waarin zij hun inspectie- en begeleidingsopdrachten uitvoeren;
- Het bepalen van de wijze waarop de inspectie- en begeleidingsopdrachten worden uitgevoerd;
- Het bepalen van de beroepsbekwaamheid en de pedagogische bekwaamheid van de betrokken leden van de inspectie en begeleiding;
- Het opstellen van de leerplannen. De erkende vereniging van de niet-confessionele zedenleer is zelf volledig verantwoordelijk voor het opstellen van de leerplannen, zonder tussenkomst van de Vlaamse regering.
De onderwijsdecreten geven de erkende vereniging voor het vak NCZ tevens bevoegdheid i.v.m. de aanstelling, de benoeming en het ontslag van leraars niet-confessionele zedenleer. Deze statutaire toestanden worden bepaald in consensus met de inrichtende macht, de algemene idee kan verwoord worden als volgt: het inhoudelijke deel valt onder de verantwoordelijkheid van de RIKZ.Z, het administratieve deel valt onder de verantwoordelijkheid van de inrichtende macht.